Wil je werken aan inclusie? Je taalgebruik aanpassen is misschien een goed begin

‘Waar kom je vandaan?’ klinkt als een onschuldige vraag, toch? Niet voor Andrea. Ze is geboren en getogen in het Nederlandse Leiden. Maar de mensen die haar deze vraag stellen, over het algemeen wildvreemden, lijken zelden tevreden te zijn met dat antwoord. ‘Nee, ik bedoel, waar kom je écht vandaan?’, vragen ze dan. En hoewel het Andrea al vaak is overkomen, wordt ze er elke keer weer moedeloos van. ‘Hebben die mensen dan niet door dat het woord ‘écht’ klinkt alsof ik nooit écht uit Nederland zou kunnen komen?’, verzucht ze. ‘Alsof er een ongeschreven regel is dat mensen van kleur nooit écht Nederlands zouden kunnen zijn. Het geeft me het gevoel dat ik niet in mijn eigen land thuishoor.’

Andrea weet het al lang, en velen zullen het misschien ook wel herkennen: taal is een krachtig instrument. Opzettelijk of onopzettelijk, expliciet of impliciet kan het bijdragen aan dat iemand zich wel of niet opgenomen voelt in of verbonden voelt met een persoon, een groep, of een hele samenleving. Zelfs als het je eigen samenleving is.

Wil je werken aan inclusie? Je taalgebruik aanpassen kan een goed beginpunt zijn.

Zeg maar eens tegen een man dat hij rent als een meisje

Door de geschiedenis heen heeft taal stigmatisering en stereotypering in stand gehouden door de nadruk te leggen op verschil en uitsluiting. Een perfect voorbeeld is het ronduit racistische n-woord dat witte mensen gebruikten om tot slaaf gemaakten aan te duiden. Gelukkig horen we dit woord niet veel meer – althans, in Nederland. Toch zijn er vandaag de dag (nog steeds) veel woorden die ‘de ander’ impliceren. Zoals beledigende termen rond LGBTQI+ mensen – alsof het ertoe doet waar je seksuele behoeften en erotische handelingen uit bestaan. Of generiek masculien taalgebruik, zoals veel beroepsaanduidingen, of woorden als mankracht, er is zoveel man aanwezig (terwijl er ook vrouwen bij zijn), en natuurlijk de veel te vaak gebruikte uitdrukking ‘hey jongens’. Deze woorden en uitdrukkingen versterken een systeem waarin mannen de norm zijn. Waar zijn de vrouwen? Oh, ja, natuurlijk. Onder het kopje ‘beledigingen’. Zeg maar eens tegen een man dat hij rent als een meisje…

En wat te denken van taal die slachtofferschap suggereert als je het hebt over mensen met een beperking? ‘Doofstom’ voor iemand die doof is, ‘dwerg’ voor iemand die klein is, ‘zwakbegaafd’ voor iemand met een verstandelijke beperking, ‘gehandicapte’ over iemand met een beperking en ‘normaal’ voor iemand zonder beperking… En.Zo.Voort.

Spastische, kreupele en invalide, Arjen heeft het allemaal al eens gehoord. ‘Maar ik heb er pas echt een hekel aan als mensen me een ‘gehandicapte’ noemen. Alsof mijn hele persoonlijkheid afhangt van het feit dat ik in een rolstoel zit,’ zegt hij. ‘Ik ben geen gehandicapte, maar een persoon met een beperking.’

‘Het was maar een grapje, maak er niet zo’n probleem van’

Veel mensen zijn zich nog steeds niet bewust van de mate waarin hun taalgebruik signalen van uitsluiting kan bevatten. Als ik iemand wijs op het gebruik van exclusief taalgebruik, hoor ik vaak: ‘Het zijn maar woorden, ik bedoel er verder niets mee’. En: ‘oh, moet ik nu ineens op mijn woorden gaan letten? We mogen ook helemaal niets meer in dit land!’. Of de populairste: ‘Het was maar een grapje, maak er niet zo’n probleem van.’

Het probleem, beste medemens, is dat taal machtig is. Woorden lijken onschuldig, maar zijn dat niet. Maar het is nog veel omvattender: volgens de wetenschap beïnvloedt de taal die we gebruiken onze perceptie en vormt ze onze gedachten.

Lera Boroditsky is een cognitieve wetenschapper die de relatie tussen iemands gedachten, taal en wereld bestudeert. Haar meest recente onderzoek toont aan dat de perceptie van mensen gerelateerd is aan de taal die ze gebruiken. Het is dus niet zo dat we taal alleen gebruiken om onze gedachten uit te drukken, maar de taal die we spreken geeft ook vorm aan de manier waarop we over de wereld denken. Kortom: woorden zijn hulpmiddelen voor onze gedachten. Andere studies tonen aan hoe exclusief taalgebruik mensen schaadt, kan leiden tot het tolereren van negatieve gevoelens en discriminatie en bijdraagt tot het vormen van stereotypen.

‘Voor mij is een van de meest beledigende woorden nicht’, aldus Nando. ‘Maar onder homoseksuele mannen hebben we ervoor gekozen om ons dit soort woorden, die dus oorspronkelijk werden gebruikt om ons te beledigen, toe te eigenen. Nu gebruiken we ze dus om onszelf te bevestigen. Het is uiteindelijk een verdedigingsmechanisme geworden.’

Het is redelijk gebruikelijk om discriminerend taalgebruik toe te eigenen om het exclusieve effect ervan tegen te gaan. Maar neemt het de beledigende en stigmatiserende geschiedenis van dit soort taal weg? Is er geen snellere en gemakkelijkere manier om een eind te maken aan het gebruik van exclusief taalgebruik?

Het gaat er niet om mensen te beschermen tegen beledigingen

Als je nog nooit met exclusie te maken hebt gehad, lijkt het misschien flauw en zinloos om ervoor te kiezen bepaalde taal niet te gebruiken. Maar zoals schrijfster Jarune Uwujaren zegt: ‘Het gaat er niet om mensen te betuttelen of te beschermen tegen beledigingen – het gaat er om dat het gewoon onaanvaardbaar is dat mensen worden buitengesloten door bepaald taalgebruik.’

Zou het niet prachtig zijn om te leven in een wereld waar iedereen zich begrepen en verbonden voelt? Waar iedereen zichzelf weerspiegeld hoort in onze taal? Onthoud: communicatie is geen eenrichtingsverkeer. It takes two to tango.

Don’t know where to start? Just be open to changing what you’ve always thought was ‘normal’. You Weet je niet waar je moet beginnen? Sta er gewoon voor open om te veranderen wat je altijd als ‘normaal’ hebt beschouwd. Misschien moet je diepgewortelde gewoonten bijstellen. Maar is dat echt een probleem? Taal is voortdurend in ontwikkeling. We hebben zonder probleem nieuwe woorden aan ons vocabulaire toegevoegd: webinar, crowdfunding, firewall, ransomware, Brexit, E-bike, ringtone, router, breedband, om er maar een paar te noemen. Waarom zouden we niet met hetzelfde gemak wat woorden kunnen opgeven? Daarnaast: laat de behoefte om jezelf te verdedigen los. Probeer het standpunt van de ander te begrijpen. In plaats van te zeggen ‘Ik maakte maar een grapje’, kun je zeggen: ‘Het spijt me, wat heb ik verkeerd gedaan?’. En luister dan goed naar het antwoord. En last but not least: wees niet alleen maar een toeschouwer! Maak mensen bewust van hun exclusieve taalgebruik. Ja, zelfs als het ‘maar een grapje’ was.

Bronnen:

https://www.john-adams.nl/interview-lera-boroditsky/

https://everydayfeminism.com/2014/10/complaints-about-political-correctness/

Diversity Council Australia. #WordsAtWork: Building Inclusion through the Power of Language

Woorden doen ertoe – Een Incomplete Gids voor woordkeuze binnen de culturele sector

Alternet: Why Sexist Language Matters