Welkom bij ‘Transformative Tales: Voices of Empowerment’, een interviewserie die zich richt op inspirerende vrouwen die actief betrokken zijn bij het aanpakken van urgente kwesties zoals ongelijkheid, sociale rechtvaardigheid en klimaatverandering. Met deze interviews streef ik ernaar de stemmen en verhalen van vrouwen die een verschil maken in onze wereld te versterken. En met vrouwen bedoel ik iedereen die zich als vrouw identificeert. Hun ervaringen, inzichten en initiatieven zijn onschatbare inspiratiebronnen voor ons allemaal!
Laten we samen het verschil maken, één verhaal per keer! 🌟
Saida Derrazi: tegen racisme en islamofobie in Nederland
“Mensen die op Wilders hebben gestemd, hebben gewoon een beetje liefde nodig,” zegt Saida Derrazi met een glimlach die zowel zacht als vastberaden is. Als medeoprichter en hoofdcoördinator van het moslimvrouwencollectief S.P.E.A.K. en voorzitter van het Comité 21 Maart, strijdt de Marokkaans-Nederlandse activist dagelijks tegen racisme en islamofobie. Precies de kwesties waarop de anti-islam populist Wilders, leider van de grootste partij in Nederland, heeft ingespeeld.
Zijn recente verkiezingsoverwinning heeft velen geschokt en onderstreept de groeiende invloed van extreemrechtse ideologieën in Nederland. Wilders staat vooral bekend om zijn anti-islam houding, wat tot brede bezorgdheid heeft geleid. In dit politieke klimaat is Saida’s werk belangrijker dan ooit.
Saida’s reis
Haar reis als activist begon na een ernstige ziekte in 2008, waarbij ze bijna een jaar in het ziekenhuis moest doorbrengen. Deze moeilijke periode gaf haar veel tijd om na te denken over haar levensdoel. “Toen heb ik met mezelf afgesproken dat ik, als ik het zou overleven, mij zou inzetten voor de mensheid,” vertelt Saida. “En dat is wat ik nu doe.”
Na haar herstel begon ze te werken bij Comité 21 Maart, een organisatie die zich inzet tegen racisme en discriminatie door middel van workshops, mediacampagnes, lobby, ondersteuning en een jaarlijkse demonstratie op 21 maart. Het jaarlijkse Week Tegen Racisme-festival van het Comité, dat Saida heeft opgezet, is uitgegroeid tot een belangrijk platform voor gemarginaliseerde groepen om hun verhalen te delen via film, spoken word, en muziek.
Maar Saida’s activisme reikt verder. Ze lobbyt op verschillende niveaus bij de overheid en gemeentes, inclusief de Verenigde Naties en het Europees Parlement. Ze pleit voor beleid dat gelijkheid en rechtvaardigheid bevordert. Haar werk is veelzijdig; ze schrijft ook maandelijks een column voor De Kanttekening, een Nederlands nieuws- en opinieblad, en co-host een podcast met een vriendin.
Oprichting van S.P.E.A.K.
De oprichting van het moslimvrouwencollectief S.P.E.A.K. in 2018 was een directe reactie op een specifieke zaak van discriminatie. In België klaagde een vrouw haar werkgever aan omdat zij geen hoofddoek mocht dragen. Ze verloor de zaak; de rechter oordeelde dat de werkgever het recht had om hoofddoeken op de werkvloer te verbieden. “Deze uitspraak was duidelijk gebaseerd op islamofobie,” merkt Saida op.
In reactie daarop besloot ze met drie andere vrouwen S.P.E.A.K. op te richten, omdat ze geloofden dat moslimvrouwen voor hun rechten moesten opkomen – en dat dit het beste collectief kon gebeuren. “We wilden laten zien dat we er zijn en dat we niet langer stil zullen zijn. We speak!” legt Saida uit. “Want er werd vaak over moslimvrouwen gesproken, maar wij kwamen zelf niet aan het woord.”
Een vertekend beeld
Ze vertelt verder. Over de moslimvrouwen die wél in de media verschenen. Dit waren vaak vrouwen zoals Ayaan Hirsi Ali, voormalig Nederlands parlementslid en criticus van de islam, of Lale Gül, een Nederlands-Turkse schrijfster die een boek schreef over haar ervaringen in een conservatieve moslimfamilie. Saida zucht. “Zij hebben vreselijke dingen meegemaakt, maar hun ervaringen zijn niet representatief voor alle moslimvrouwen. Ik noem het ‘eenlingverhalen’. Maar de media en het Nederlandse publiek nemen deze verhalen vaak als norm. Dit geeft een vertekend beeld.”
S.P.E.A.K. streeft ernaar dit beeld te veranderen. Ze organiseren campagnes, workshops en demonstraties, bieden mentorschap en bouwen gemeenschappen om hun actieve participatie en gelijke kansen in de samenleving te bevorderen.
Het collectief bestaat uit vrouwen met verschillende achtergronden. Saida: “We hebben vrouwen met en zonder hoofddoek, vrouwen uit Suriname, Somalië, Turkije, Iran, Afghanistan, lesbische vrouwen, vrouwen met een handicap. We hadden zelfs een transpersoon. Maar hij identificeert zich nu als man, dus hij maakt geen deel meer uit van ons vrouwencollectief.” Ze glimlacht en voegt eraan toe: “Maar hij is nog steeds een trouwe bondgenoot.”
Prestaties en bewustwording
Sinds de oprichting in 2019 heeft S.P.E.A.K. veel bereikt. “We zien dat er vandaag de dag meer aandacht is voor diversiteit in het bedrijfsleven, bij de overheid en gemeentes,” legt Saida uit. “Organisaties vragen zich nu af of ze openstaan voor mensen met een beperking, mensen van kleur, en of ze wellicht een te eenzijdig perspectief hebben, gedomineerd door witte mannen. Onze aanwezigheid heeft dit bewustzijn vergroot en een ander beeld gegeven.”
Saida is trots op de significante prestaties van het collectief, met name de zichtbaarheid van moslimvrouwen in de media en op billboards. “Het ultieme doel is moslimvrouwen met een hoofddoek die iets presenteren op tv,” benadrukt ze. “Maar zo ver zijn we nog niet in Nederland.”
Ze vervolgt: “Er zijn nog steeds mensen die het niet leuk vinden dat mensen zoals ik er zijn. Vanwege mijn huidskleur, mijn religie, mijn bestaan. Of omdat het ze bang maakt omdat ze ons niet kennen. Terwijl wij hele mooie mensen zijn, met een rijke cultuur vol warmte, gastvrijheid en vriendelijkheid. Deze mensen missen dat allemaal omdat ze ons niet willen accepteren.”
Omgaan met intimidatie
Saida benadrukt het aanhoudende probleem van intimidatie en negatieve reacties op het werk van S.P.E.A.K. “We krijgen nog steeds negatieve reacties op artikelen die we publiceren,” zegt ze. “Moslimvrouwen worden vaak gezien als slachtoffers, en wanneer we ons uitspreken, schrikken mensen daarvan. Ze vinden dat we onze mond moeten houden als ‘slachtoffers’. En dan zijn er altijd mensen die zich verheven voelen en proberen ons het zwijgen op te leggen,” legt Saida uit.
“In het begin was het even wennen, maar deze pogingen tot intimidatie raken me niet meer. Ik blijf doen wat ik doe en dat is belangrijker voor mij dan vechten tegen individuen met een andere mening,” zegt ze vastberaden.
Islamofobie bestrijden
Het huidige politieke landschap in Nederland maakt islamofobie nog wijdverspreider. Saida beschrijft hoe moslims in hun vrijheid worden beperkt op verschillende manieren. “Ze worden bespioneerd op hun bankrekeningen en in moskeeën. Hun kinderen worden op school gediscrimineerd.”
Ze noemt ook de toeslagenaffaire en het DUO-schandaal. Bij deze twee grote schandalen paste de overheid discriminerende praktijken toe. “Beide waren geworteld in islamofobie, aangezien vooral Turkse en Marokkaanse namen werden geviseerd,” zegt Saida, wijzend op de Nederlandse overheidssystemen waar islamitisch klinkende namen onmiddellijk en onevenredig worden gemarkeerd als potentieel verdacht.
Vrijheid herdefiniëren
Ze vervolgt: “In Nederland zijn we allemaal zo dankbaar voor onze vrijheid, maar tegelijkertijd worden hier nog steeds veel mensen onderdrukt. Dus, wat bedoelen we met vrijheid? Een recent onderzoek van de Radboud Universiteit wees uit dat bijna de helft van de vrouwen die een hoofddoek draagt discriminatie op de werkvloer heeft ervaren. Die vrouwen zijn niet vrij.”
Saida legt uit dat de meeste vrouwen binnen S.P.E.A.K. in Nederland zijn geboren en getogen. “We zijn Nederlands. We houden van dit land en vinden dat we gelijke rechten zouden moeten hebben, net als elke andere Nederlander. Waarom zouden we anders behandeld worden? Alleen omdat ik moslim ben? Omdat ik een islamitische naam heb? Of omdat ik een bruine huid heb?”
Een unieke plek in de puzzel
Met Wilders’ significante verkiezingswinst is het politieke landschap in Nederland verschoven. Saida: “Voor ons werk betekent het dat we de dialoog moeten vernieuwen en op een andere schaal moeten opereren door directer in contact te komen met mensen. We moeten meer liefde geven.”
Niettemin gelooft ze dat er altijd mensen zullen zijn die degenen die zij als ‘anders’ beschouwen niet willen omarmen. “Maar ik hoop dat dat aantal steeds kleiner wordt, en dat men de waarde van elk mens gaan inzien. De één is goed in bakken, de ander in tekenen, weer een ander in zorgverlening. Het is belangrijk dat we voorbij kleur, religie of afkomst kijken; iedere persoon heeft een unieke plek in de puzzel van de mensheid,” concludeert Saida.